Nazanin en Tsega
“We motiveren bewoners om mee te doen”
De Nederlandse taal leren is moeilijk. En al helemaal als je in je thuisland nooit naar school bent geweest. Tsega uit Eritrea doet haar best, maar merkt dat ze bij veel dagelijkse dingen afhankelijk is van anderen. Want hoe loop je naar de supermarkt? En wat staat er in die brief van de gemeente? Wekelijks komt Nazanin Tawakol, woonbegeleider bij het COA, langs om haar op weg te helpen.
Tsega, haar man en acht kinderen waren afgelopen mei de eerste bewoners van de kleinschalige noodopvang aan de Industrieweg in Kampen. Hoewel Tsega inmiddels weet waar de supermarkt is, heeft ze nog steeds vaak hulp nodig. “Ik kan niet lezen en schrijven, waardoor ik het lastig vind om de Nederlandse taal te leren”, zegt ze. “Krijg ik bijvoorbeeld een brief van de gemeente, dan ga ik naar de informatiebalie in de hal. Nazanin maakt dan een afspraak met mij. Ze komt hier één tot twee keer per week om mij te helpen bij allerlei vragen.”
Elkaar en de omgeving leren kennen
Vlak na de opening van de noodopvang was de begeleiding een stuk intensiever. Alle bewoners, onder wie Tsega en haar gezin, moesten de locatie en omgeving leren kennen. “In die periode gingen we regelmatig mee om rondleidingen te geven”, vertelt Nazanin. “Na een paar weken was dat niet meer nodig, omdat bewoners elkaar de weg konden wijzen. Ik merk dat dit vooral goed lukt als bewoners dezelfde taal spreken. Zo hielp Tsega een ander Eritrees gezin dat hier afgelopen zomer kwam wonen.”
De cultuurverschillen binnen de noodopvang zijn groot. En precies dat vindt Nazanin zo mooi. “In Nederland mag je jezelf zijn, mensen accepteren elkaar. Mijn collega’s en ik proberen dan ook zo goed mogelijk met de verschillen om te gaan. Zo eet Tsega meestal apart van haar gezin. Niet omdat er ruzie is, maar omdat dit bij haar cultuur hoort. Andersom vertel ik aan Tsega dat Nederlanders elkaar een hand geven als ze zich voorstellen. Door uit te leggen dat je daarmee respect toont voor de ander, begrijpt ze dat dit belangrijk is en neemt ze de gewoonte over.”
Bewoners in hun kracht zetten
Voor Nazanin betekent haar werk bij het COA veel. In 2015 kwam ze zelf als vluchteling naar Nederland en werd ze door het COA begeleid. “De medewerkers voelden als kameraden. Ze hielpen mij om te integreren in de Nederlandse maatschappij”, vertelt ze. “Het geeft mij energie dat ik deze begeleiding nu zelf kan bieden. Met mijn collega’s wil ik bewoners in hun kracht zetten. Zo verdient Tsega wat geld door deze opvanglocatie schoon te maken. Hoewel dit niet veel oplevert, heeft ze op deze manier toch een klein inkomen.”
Gehighlighte tekst: Tip van Nazanin: wees niet streng als je iemand helpt. Benader de ander juist vriendelijk. Zo creëer je een veilige omgeving. Een omgeving waarin iemand geen stappen zet omdat het moet, maar omdat hij of zij dat zelf wil.
Waarom dit zo belangrijk is? “Zet je een gezonde plant in andere grond, dan verschrompelt hij. Dat zie je ook gebeuren met veel vluchtelingen die naar Nederland komen. In de eerste weken, maanden of zelfs jaren zijn ze vaak afwezig en op zichzelf”, zegt Nazanin. “Een plant gaat pas weer bloeien als je ‘m water geeft. Vanuit die gedachte motiveren we bewoners om mee te doen. De een maakt schoon, de ander repareert fietsen. Door bewoners te laten ervaren dat ze van betekenis zijn, helpen we hen te aarden in hun nieuwe omgeving.”
over de foto
Communiceren was in het begin best moeilijk, maar door creatief te zijn kwamen Nazanin en Tsega een heel eind. Nu, een paar maanden later, verstaan ze elkaar al een stuk beter.